Onderbouwing van ons programma

Waarom is het programma Ontwikkelkracht noodzakelijk en op welke inzichten is het gebaseerd? Wat zijn de huidige uitdagingen binnen het onderwijs en hoe pakken wij deze aan om de onderwijskwaliteit duurzaam te verbeteren.

De leerlingprestaties dalen

Waar Nederland voorheen een van de beste onderwijssystemen ter wereld kende, zijn we inmiddels een Europese middenmoter geworden1. Vanwege een gebrekkig lerend vermogen zijn de prestaties van leerlingen de afgelopen twintig jaar geleidelijk gedaald2. Op dit moment baseren schoolleiders hun beslissingen onvoldoende op wetenschappelijke kennis over wat werkt, ontbreekt het leraren aan middelen om het onderwijs evidence-informed te verbeteren, worden scholen onvoldoende betrokken bij vraagarticulatie voor onderzoek, en worden wetenschappelijke bevindingen vaak niet in bruikbare vorm beschikbaar gesteld3. Dit terwijl de kwaliteit van leraren en schoolleiders bepalend is voor goed onderwijs4.

Leraren en wetenschappers slaan handen ineen

Een aantal leraren en onderwijswetenschappers vonden elkaar in hun gezamenlijke zorgen over het Nederlandse onderwijs en zo is Ontwikkelkracht ontstaan. De initiatiefnemers waren eensgezind: de dalende trends moeten worden gekeerd door te investeren in kennisdeling, de ontwikkeling van effectieve interventies, het versterken van de onderzoeks- en verbetercultuur op scholen en het professionaliseren van leraren en schoolleiders. De Britse Education Endowment Foundation en andere voorbeelden uit binnen- en buitenland laten zien dat dergelijke investeringen leiden tot sterkere onderwijsprofessionals, lerende schoolculturen en betere leerlingprestaties5.

Voortbouwen op bewezen aanpakken

We weten steeds beter wat werkt om scholen in de positie te brengen hun kwaliteit van onderwijs substantieel te verhogen, en zo de ontwikkeling van leerlingen te bevorderen. Deze inzichten hebben geleid tot een integraal plan waarbij evidence-informed werken het uitgangspunt is: gebruik maken van de beste kennis uit de wetenschap en uit de praktijk, altijd rekening houdend met de context van de school. We bouwen voort op ervaringen en onderzoeken uit binnen- en buitenland en combineren aanpakken en ingrediënten die zich hebben bewezen. Niet alleen onder ideale omstandigheden, maar ook in de praktijk.

Evidence-informed werken

We gaan voor het beste onderwijs voor elke leerling, waarbij evidence-informed werken een belangrijk middel is om onderwijskwaliteit te verhogen. Door te werken op basis van kennis over ‘weten wat werkt’ binnen de context van de school kan meer resultaat geboekt worden met de leerlingen. Binnen Ontwikkelkracht zien we evidence-informed werken als het telkens maken van goed onderbouwde keuzes voor de inrichting van het onderwijs, op basis van de beste beschikbare kennis uit onderzoek en de eigen praktijkkennis, passend binnen de eigen context6. De afgelopen jaren zijn veel stappen gezet om scholen aan te moedigen meer evidence-informed te werken, onder meer via het Nationaal Programma Onderwijs en het Masterplan Basisvaardigheden. Ontwikkelkracht sluit hier op aan.

Evidence Informed

Onderzoeksmatig werken

Evidence-informed werken gaat hand in hand met onderzoeksmatig werken7. Dit houdt in dat we systematisch en cyclisch vanuit een onderzoekende houding werken aan de onderwijskwaliteit in school. Volgens een vaste methodiek lopen we telkens een aantal fasen door om - zoveel mogelijk op basis van onderzoek - het onderwijs te verbeteren.

De afbeelding geeft een voorbeeld van cyclisch werken uit Werken aan onderwijsverbetering van Onderwijskennis (NRO).

Onderzoeksmatig Werken

Een voorbeeld van hoe evidence-informed werken er in de praktijk uit kan zien (Onderwijskennis)

Een kenniscurriculum vanuit hoge verwachtingen

Basisschool Het Mozaïek in Arnhem zet volop in op kennisoverdracht om de kansen van alle kinderen te vergroten. Veel leerlingen op Het Mozaïek groeien op met een ander cultureel kapitaal dan het onderwijs en de samenleving
vragen. De leerkrachten en directie van Het Mozaïek merken dat methodes voor begrijpend lezen en wereldoriëntatie niet aansluiten bij wat de leerlingen op deze school nodig hebben. Passende alternatieven vinden ze niet. Daarom ontwikkelt de school een eigen curriculum, dat ze Wereldverbeteraars noemen. Daarin zijn kennisopbouw, lezen en schrijven geïntegreerd in thematisch onderwijs. “Alles wat hier op school wordt gedaan, daar wordt eerst goed over nagedacht en het wordt goed uitgezocht”, aldus Bas ter Avest, betrokken als adviseur bij de school. Directrice Carola Peters benadrukt het belang van experts verbinden aan de school. Niet als tijdelijke onderwijsadviseurs, maar als collega’s die de school, de leerlingen en de leraren kennen. Een voorbeeld hiervan is Alois Ruitenbeek, die twee dagen per week aan de school verbonden is. Als onderzoeker/ontwikkelaar verbindt hij vanuit een academische achtergrond wetenschappelijke kennis aan de praktijk in de klas. Het scheppen van een gedeelde kennisbasis is een belangrijk onderdeel in de werkwijze. Alois stelt daarvoor een leesmap samen voor de collega’s uit de kopgroep. Dit vormt de basis voor het opzetten van een aanpak gekoppeld aan de praktijkervaring van de leraren. Een beschrijving van de aanpak in de vorm van een kwaliteitskaart is een mooi voorbeeld van borging. “Borging is essentieel om ervoor te zorgen dat de nieuwe aanpak niet verwatert of wegzakt in de loop van de tijd, als er minder aandacht voor het  speerpunt is”. Scholing en blijvende professionalisering moet niet vergeten worden. “Anders is het niet meer dan een stuk tekst op papier”, voegt Alois toe. En dat het werkt merkt directrice Carola aan de leerkrachten in haar team: “De leerkrachten hier op school willen ontzettend graag leren. Collega’s willen kennis hebben.” Kirsten, leraar groep 7 en lid van de kopgroep thematisch werken. “Er is een duidelijke focus op leren. Wij zijn zelf eerst aan de beurt om iets te leren voordat we dat kunnen doorgeven aan leerlingen.” Leraren willen ook heel graag uitproberen wat bedacht is. Ze geven dat niet alleen door aan leerlingen maar ook als leerkrachten aan elkaar. Nieuwe kennis en aanpakken komen op deze manier op een heel vloeiende manier de school binnen.

Onderzoeks- en verbetercultuur

Om onderzoeksmatig te werken, helpt het als er een onderzoekscultuur aanwezig is. Binnen Ontwikkelkracht spreken we ook wel van een onderzoeks- en verbetercultuur. Het startpunt van het bouwen aan een onderzoeks- en verbetercultuur is bij elk schoolteam gelijk; het start met een verlangen van schoolleiders en leraren om de kwaliteit van onderwijs te verhogen. Daaruit volgt de gezamenlijke, bewuste keuze om als team aan de slag te gaan. Welke werkwijze daarbij past verschilt echter per schoolteam. Ook waar de meeste winst te halen is verschilt per team, per school en per bestuur.

In teams met een verbetercultuur blijven leraren zich tijdens hun loopbaan ontwikkelen en verbeteren zij samen het onderwijs. De Onderwijsraad definieert zo’n verbetercultuur als een cultuur ‘die stimuleert dat alle betrokkenen, zowel intern als extern, zich continu richten op het definiëren en behalen van de gewenste kwaliteit door middel van een constructief-kritische houding en streven naar de daarvoor zo nodig vereiste kwaliteitsverbeteringen’8. Het effect van een verbetercultuur met ruimte voor ontwikkeling en innovatie op school is groot: onderzoek laat zien dat leerlingen van de best presterende 10% basisscholen één niveau hoger doorgaan op het voortgezet onderwijs dan de leerlingen van de onderste 10% scholen9. Tegelijkertijd is de cultuur op school bepalend voor het kunnen en willen toepassen van onderzoek. Vandaar dat we spreken van een ‘onderzoeks- en verbetercultuur’. Onderzoek door Schaik et al.10 laat zien dat voor het toepassen van kennis uit onderzoek in de lespraktijk vier factoren van belang zijn: kennis uit onderzoek, gelijkwaardige communicatie tussen onderzoekers en onderwijsprofessionals, een onderzoekende houding en cultuur in de school en een ondersteunende structuur in de school.

Over hoe een onderzoeks- en verbetercultuur op school gerealiseerd kan worden is veel bekend:

  • Werk met het hele schoolteam;
  • bouw voort op bestaande kennis binnen het team;
  • met een aanpak die kan rekenen op draagvlak in het team en niet top-down wordt opgelegd11.

Bovendien is het van belang dat een cultuurverandering niet wordt gerealiseerd door over zo’n cultuur te praten, maar door praktisch aan de slag te gaan met een veranderproces. Daarbij is het relevant dat het team daadwerkelijk ervaart wat een nieuwe werkwijze oplevert. Ook het realiseren wat veranderen vergt qua voorbeeldgedrag van de schoolleiding en van leraren die het voortouw nemen op school, is een essentiële bouwsteen in het veranderproces. Waarbij er tevens aandacht moet zijn voor benodigde aanpassingen in de systemen en processen op school (zoals bijvoorbeeld het aanpassen van vergaderritmes en gebruik van data voor het identificeren van verbetermogelijkheden) en voor het opbouwen van vaardigheden die voor de nieuwe manier van werken nodig zijn. Door gestructureerd te werken volgens een werkwijze waarin al deze elementen zijn verwerkt creëert de school een onderzoeks- en verbetercultuur die onderdeel wordt van het DNA van de school12.

1 OECD 2019-2020.
2 Inspectie van het Onderwijs, Staat van het Onderwijs 2017-2018.
3 Neeleman, 2019. School autonomy in practice. School intervention decision-making by Dutch secondary school leaders. Maastricht: Universitaire Pers Maastricht.
4 CPB, 2016. Kansrijk onderwijsbeleid.
5 World Bank 2020, EU Comparators: learning form experience in the European Context; Edovald, T & C. Nevill 2020, Working out what works: the case of the Education Endowment Foundation in England.
6 Surma (2022). Expertisecentrum voor Effectieve Didactiek, Thomas More Hogeschool, Mechelen. België.
7 Leidraad: Werken aan onderwijsverbetering van Onderwijskennis (NRO).
8 Onderwijsraad (2015). Kwaliteit in het hoger onderwijs. Evenwicht in ruimte, regels en rekenschap. Advies. Den Haag.
9 McKinsey & Company (2020). Een verstevigd fundament voor iedereen: Een onderzoek naar de doelmatigheid en
toereikendheid van het funderend onderwijs (primair en voortgezet). Amsterdam: McKinsey & Company.
10 Schaik, P. van, Volman, M. , Admiraal, W., (2018). Barriers and conditions for teachers’ utilisation of academic
knowledge. International Journal of Educational Research, 50-63.
11 Nationaal Groeifondsvoorstel Ontwikkelkracht. Een sterke kennisinfrastructuur voor het onderwijs.
12 Nationaal Groeifondsvoorstel Ontwikkelkracht. Een sterke kennisinfrastructuur voor het onderwijs.