‘Beide programma’s zijn veelbelovend’

Website Nieuws 2025 Oberon

Bij Ontwikkelkracht vinden we het belangrijk om onze activiteiten onafhankelijk te laten evalueren. Zo krijgen we waardevolle inzichten in de effectiviteit en impact van onze programma’s. Onlangs spraken we met Jeanne van Loon, programmamanager bij Ontwikkelkracht, over het onderzoek naar Groeikracht en De Transformatieve School. De uitkomsten laten zien dat beide programma’s veelbelovend zijn en aansluiten bij de behoeften van schoolteams. Daarom gaan we binnen Ontwikkelkracht verder met deze programma’s.

Bij Ontwikkelkracht hanteren we een lerende aanpak.


Aanleiding

“Bij Ontwikkelkracht hanteren we een lerende aanpak,” vertelt Jeanne. “We geloven dat duurzame onderwijsverbetering alleen mogelijk is door samen te leren, te reflecteren en continu te verbeteren. Daarom hechten we veel waarde aan onderzoek naar de aanpakken waar we mee werken.” Ook scholen vinden het uiteraard belangrijk om te werken met aanpakken waarvan bewezen is dat ze daadwerkelijk effect hebben. “En als wij van scholen vragen om evidence-informed te werken, dan hebben we daar zelf ook aan bij te dragen,” legt Jeanne uit.

“In de zomer van 2023 gaven we de opdracht aan Oberon en de Hogeschool Utrecht om een pilotonderzoek uit te voeren naar de uitvoering van de programma’s Groeikracht en De Transformatieve School. Dit als voorbereiding op een onderzoek naar de effecten van beide aanpakken dat inmiddels gestart is. De centrale vraag was in hoeverre zij hun trajecten uitvoeren zoals bedoeld, en hoe we in het vervolg het beste de effectiviteit van de beide aanpakken kunnen bepalen,” vertelt Jeanne. Hiervoor analyseerde het onderzoeksbureau documenten, namen ze interviews af en stelde ze focusgroepen samen. Deze kwalitatieve informatie gaf inzicht in de omstandigheden en processen die van invloed zijn op de uitvoering van de programma’s. Jeanne benadrukt dat Ontwikkelkracht de aanbevelingen uit het onderzoek ter harte neemt. 


Veelbelovend

“Uit het onderzoek kwam dat de programma’s theoretisch sterk zijn onderbouwd en voldoen aan belangrijke randvoorwaarden voor effectiviteit, zoals het creëren van draagvlak,” licht Jeanne toe. “De deelnemende scholen voeren de kernactiviteiten grotendeels uit zoals bedoeld. Wat echt opvalt, is dat beide programma’s ruimte bieden voor kennisoverdracht en reflectie. In terugkerende bijeenkomsten dragen experts kennis over aan schoolteams, bijvoorbeeld over effectieve lesmethoden.”

Jeanne vervolgt: “Gedurende een jaar begeleiden expertcoaches (GK) en senior-trainers (TS) de schoolteams. Dit verhoogt de kwaliteit van de uitvoering en zorgt ervoor dat het team daarna zelf verder kan met deze manier van werken. Reflectieve elementen, zoals lesobservaties, coaching, intervisie en feedbackmomenten dragen verder bij aan het versterken van het pedagogisch-didactisch handelen van leraren. Bovendien krijgen leraren de ruimte om zelf themakeuzes te bepalen, waardoor ze mede eigenaarschap ervaren over hun professionele ontwikkeling.”


Bevindingen

Volgens de onderzoekers, Sanne de Vries en Ton Klein van Oberon, laten de resultaten uit dit pilotonderzoek zien dat Groeikracht en De Transformatieve School veelbelovend zijn. “De deelnemende scholen voeren de kernactiviteiten grotendeels uit volgens de gestelde normen, ondanks variaties in de uitvoering,” licht Sanne toe. Ton benadrukt dat de flexibiliteit van Groeikracht ruimte biedt voor maatwerk, maar dat deze ruimte ook invloed kan hebben op de consistentie van het programma.

Een belangrijk aandachtspunt is hoe de flexibiliteit van de programma’s samengaat met een gestructureerde uitvoering. Sanne en Ton geven aan dat een duidelijker kader rondom de uitvoering van kernactiviteiten, inclusief richtlijnen over intensiteit en frequentie, kan helpen om de uitvoering beter te monitoren. Daarbij valt op dat de normen voor bepaalde kernactiviteiten verschillen per programma, omdat de werkwijze in de beide programma’s significant verschilt. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of deze verschillen effect hebben op de impact van de programma’s.

Daarnaast wijzen de onderzoekers op het belang van continuïteit in de begeleiding. Aangezien de inzet van externe trainers en coaches na het eerste schooljaar afneemt, is het cruciaal dat interne schoolcoaches voldoende tijd en scholingsmogelijkheden behouden. Hierbij spelen schoolbesturen en directies een belangrijke rol.

De inzichten die we uit dit onderzoek verkregen vormen een solide basis.


Vervolg

Jeanne benadrukt het belang van vervolgonderzoek: “We vinden het belangrijk om de uitvoering van beide programma’s nauwkeurig te blijven volgen. We willen inzicht in de werkzame mechanismen van beide aanpakken en nader onderzoeken wat het effect is op de onderzoeks- en verbetercultuur, het handelen van leraren, en de leerwinst van leerlingen.”

Ze voegt toe: “Om dit goed te kunnen bepalen, gebruiken we de aanbevelingen uit het pilotonderzoek. We hebben nu al goede instrumenten voor de self-efficacy van leerlingen en we gaan ons nog meer richten op het versterken van self-efficacy van leraren en de collective efficacy binnen professionele teams. Zo kunnen we nog beter onze doelen bereiken.”

“Daarnaast gebruiken we de aanbevelingen uit het pilotonderzoek om de rol van interne coaches (GK) en ontwikkelgroepen (TS) te versterken, omdat de inzet van externe trainers en coaches na het eerste schooljaar afneemt, willen we ervoor zorgen dat de interne professionals van de school zelf voldoende tijd en scholingsmogelijkheden krijgen om de continuïteit van de programma’s te waarborgen.”

Jeanne concludeert: “De inzichten die we uit dit onderzoek kregen, vormen een solide basis voor de doorontwikkeling van zowel Groeikracht als De Transformatieve School en ze ondersteunen de beslissing om ook de komende jaren door te gaan met beide aanpakken. We kijken uit naar de voortzetting van deze trajecten en het verder versterken van de impact op scholen.”

 

Eindrapport